Klant: Dat klinkt leuk. Geniet van uw dag! (Звучит здорово. Приятного вам дня!; dat klinkt – это звучит; leuk – здорово; geniet – наслаждайтесь; van uw dag – вашего дня).
Bediening: Dank u wel! Tot ziens. (Спасибо! До свидания; dank u wel – спасибо; tot ziens – до свидания).
Диалог 2: Заказ еды и обсуждение хобби
Klant: Mag ik de menukaart, alstublieft? (Можно мне меню, пожалуйста?; mag – можно; mogen – мочь; ik – я; de menukaart – меню; kaart – карта; menu – меню; alstublieft – пожалуйста).
Bediening: Natuurlijk. Hier is de menukaart. (Конечно. Вот меню; natuurlijk – конечно; hier – здесь; is – есть; de menukaart – меню).
Klant: Dank u wel. Ik wil graag een sandwich bestellen. (Спасибо. Я хотел бы заказать сэндвич; dank u wel – спасибо; dank – спасибо; u – вам; wel – добро; ik – я; wil – хочу; willen – хотеть; graag – с удовольствием; een sandwich – сэндвич; bestellen – заказывать).
Bediening: Welke sandwich wilt u? (Какой сэндвич вы хотите?; welke – какой; sandwich – сэндвич; wilt u – вы хотите; wilt – хотите; willen – хотеть; u – вы).
Klant: Een kip-sandwich, alstublieft. (Куриный сэндвич, пожалуйста; een – один; kip – курица; sandwich – сэндвич; alstublieft – пожалуйста).
Bediening: Heeft u nog andere wensen? (У вас есть другие пожелания?; heeft u – у вас есть; nog – еще; andere – другие; wensen – пожелания).
Klant: Nee, dat is alles. Dank u. (Нет, это все. Спасибо; nee – нет; dat is alles – это все; dank u – спасибо).
Bediening: Wat doet u graag in uw vrije tijd? (Что вам нравится делать в свободное время?; wat – что; doet u graag – вам нравится делать; in uw vrije tijd – в ваше свободное время).
Klant: Ik houd van lezen en wandelen. En u? (Я люблю читать и гулять. А вы?; ik houd van – я люблю; lezen – читать; en wandelen – и гулять; en u – а вы).
Bediening: Ik ben dol op muziek. Ik speel gitaar in mijn vrije tijd. (Я обожаю музыку. Я играю на гитаре в свободное время; ik ben dol op – я обожаю; muziek – музыка; ik speel – я играю; gitaar – гитара; in mijn vrije tijd – в мое свободное время).
Klant: Dat klinkt interessant! Welke soort muziek speelt u? (Звучит интересно! Какую музыку вы играете?; dat klinkt – это звучит; interessant – интересно; welke soort muziek – какую музыку; speelt u – вы играете; welke – какую; soort – вид; muziek – музыка; speelt – играет).